Ruim planten, matig bemesten en snoeien
geeft de fruitbomen een betere hergroei. Elke winter worden er
fruitbomen en fruitstruiken geplant. Een fruittuin met herinplant vraagt
wat extra aandacht voor het planten. Herinplant is als u opnieuw
fruitbomen of kleinfruit plant waar eerder reeds fruitsoorten stonden.
Sommige groenbemesters kunnen de aaltjesontwikkeling bevorderen. Tagetes
(afrikaantjes) hebben een aaltjesdodende werking.
Aaltjes - bodemmoeheid verzwakken de fruitboomgroei:
De grootste oorzaak van bodemmoeheid ligt bij de
aanwezigheid van bodemaaltjes. De meeste schade wordt gedaan door het
aaltje Pratylenchus penetrans. Wanneer deze aaltjes talrijk
aanwezig zijn zullen de fruitbomen sterk verzwakken! Een te zwakke groei
is nadelig voor de vruchtenproductie.

Groenbemesters zaaien: goede en slechte
groenbemesters...
Als er slechts een beperkte aantasting van aaltjes is,
dan kan het planten een jaar uitgesteld worden om eerst een
groenbemester te zaaien. Zo kan u de hoeveelheid aaltjes terug
dringen. Hou er wel rekening mee dat de meeste groenbemesters
waardplanten zijn voor deze aaltjes. Alle soorten vlinderbloemigen
(erwten, bonen, klaver, lupine, luzerne), raaigras en Phacelia
(bijenvriend) stimuleren de verdere uitbreiding van aaltjes.
De beste bestrijding van aaltjes gebeurt met Tagetes
(Afrikaantjes). De wortels van Tagetes zijn dodelijk voor sommige
soorten
bodemaaltjes. Voor een kleine oppervlakte kan men de Tagetes ook
voorgezaaien in een serre/ kas, om nadien buiten uit te planten.
Fruitbomen planten. Grondverbetering en extra bemesting?
Enkele maanden na het planten van fruitbomen en
sommige fruitstruiken kan er een bijbemesting
gebeuren met een samengestelde (organische) meststof. De eerste keer rond half
maart, de laatste keer in juni.
Het afdekken van de boomspiegel met 2-4 cm groencompost zal het
bodemleven verbeteren (= mulchen). Ook zal de grondstructuur beter
behouden blijven. Doe dit mulchen met GFT-compost bij voorkeur voor
15 november ofwel na 15 maart, zodat er geen of weinig
voedingsstoffen kunnen uitspoelen.
Bij het afdekken van de boomspiegel (grondoppervlakte)
moet de boomstam vrijgehouden worden, om te voorkomen dat de schors
verbrand of te lang vochtig blijft (Gevaar op schimmelaantasting).
 
Inzaaien van Tagetes - afrikaantjes als voorteelt bij
het planten van fruitbomen.
Tagetes patula is de meest geschikte soort. Deze soort
wordt slechts 60 cm hoog. Om een goede werking te hebben, moeten de
Afrikaantjes minstens 3 maanden op het perceel aanwezig zijn.
Het zaaien
kan vanaf half of einde mei, want de plant is vorstgevoelig.
Als rijafstand neemt u 15-25 cm. Aaltjes verplaatsen zich weinig en
moeten de wortels van de Tagetes kunnen binnendringen om gedood te
worden.

Planten van fruitbomen: Verspringen van de fruitbomenrij of plantenrij
De fruitbomen kunnen 1 of 1,5 meter opgeschoven worden
naar de grasbaan. Aaltjes verplaatsen zich immers weinig, zodat de groei
op de grasbaan beter zal zijn.
Grond braak laten liggen
Bij een matige aantasting kan men een gerooid perceel
een jaar braak laten liggen. Belangrijk is hierbij het perceel
onkruidvrij te houden en de grond regelmatig te bewerken. Wortels van
o.a. kruiskruid (waardplant) zijn immers erg aantrekkelijk voor aaltjes.
Gebruik van champignonmest voor het planten van
fruitbomen en fruitstruiken.
Voor het planten van fruitbomen en fruitstruiken kan er 2-5 kg (10 liter) champignonmest per m²
ingewerkt worden.
Het humusgehalte wordt verhoogd en de bodemstructuur
wordt verbeterd. Verder is champignonmest ook een trage stikstofbron,
waardoor de bomen over het ganse seizoen over stikstof beschikken. Dit
zorgt dat de bodem optimaal wordt voor jonge fruitbomen.
Voor professioneel gebruik mag er in Vlaanderen geen champignonmest/
champost
uitgereden worden tussen 15 november en 15 januari.
Gebruik GEEN champignonmest of champost voor
zuurminnende planten zoals blauwe bessen (Vaccinium corymbosum)!
Water geven aan fruitbomen en fruitstruiken:
Soms komen er droge maanden voor in de lente of zomer,
zodat geplante fruitsoorten soms moeilijk hergroeien. Door enkele keren
water te geven verbetert de groei. Vergeet niet een goede mulchlaag te
leggen aan de bomen, zodat de grond minder snel kan uitdrogen.
Opgelet! Te natte grond wordt door steenfruit en druiven
ook niet verdragen! Appelbomen worden meer vatbaar voor vruchtboomkanker
op te natte grond.

Na het planten de fruitbomen vastmaken aan de boompaal
Zet eerst de boompaal in de grond en plaats nadien de
boomstam (laagstam) op ca 10-15 cm van de paal in de plantput. De entplaats moet voor
laagstambomen ca 10 cm boven de grond blijven.
Maak de fruitboom losjes vast aan de boompaal. De
hergroei zal hierdoor verbeteren. Zorg dat de boom niet kan schuren
tegen de boompaal!

.
Voor meer informatie: zie boek "Groente
& Fruit Encyclopedie"
Veel fruitplezier!
Laatste aanpassing:
11/11/13
G. De
Kinder |