Houtwal.be --> Fruit ABC-encyclopedie --> Nomenclatuur index --> Genus of geslachtsnamen: betekenis wetenschappelijke namen
De geslachtsnaam duidt vaak een eigenschap aan zoals geneeskrachtig, eetbaar, kleur, geur en smaak. Soms wordt er ook verwezen naar de herkomst of een persoon. Soms is het een Latijnisering van de plaatselijke (inheemse) plantennaam. Ook kan de geslachtsnaam een typische eigenschap van die plant aangeven.
Vele geslachtsnamen hebben een Griekse of Latijnse oorsprong en hierbij werden dikwijls namen van mythologische figuren gebruikt.
Onderlinge verwantschap is aan de geslachtsnaam gemakkelijk te zien: alle steenfruitsoorten hebben als geslachtsnaam Prunus. Bijvoorbeeld Prunus avium (zoete kers), Prunus cerasus
(zure kers), Prunus domestica (pruim), Prunus persica (perzik), Prunus armeniaca (abrikoos) en Prunus dulcis (amandel). Vele geslachtsnamen hebben een Griekse of
Latijnse oorsprong. Ken je de betekenis van een geslachtsnaam dan is het vaak gemakkelijker om die plantennaam te onthouden.
De geslachtsnaam (= eerste deel van een wetenschappelijke plantennaam) is dikwijls een verwijzing naar een persoon of naar een herkomst. Enkele geslachtsnamen die naar personen genoemd werden: Begonia, Buddleja, Dahlia, Fuchsia, Lobelia, Kerria, ....
Geslachtsnaam (Genus) |
Etymologische betekenis |
Actinidia |
Kleine straal. De talrijke stijlen vormen samen een stralende ster op de vrucht. (Straalstempel, kiwi) |
Alcea (syn. Althaea) |
1) Afgeleid van het Griekse 'altho' , genezen, geneesmiddel. 2) 'alkè', hulp of verdediging. (Stokroos) |
Amelanchier |
1) In de Provence (Frankrijk) noemt men de vruchten van deze struik: amélanche;2) a = tegen, melan = zwart. Tegen de neerslachtigheid. (Krentenboompje) |
Beta |
1) naar bajth = huis, een teken voor een huis met een deur 2) plant met rode wortels 3) 2de letter van het Griekse alfabet (Biet) |
|
|
Castanea |
Kastanje. Latijnse naam voor de tamme kastanje, van Kasanaia, stad in Klein-Azië. (Kastanje) |
Corylus |
Hazelaar. |
Crataegus |
Afgeleid van het woord 'kratos', wat slaat op de hardheid van het hout. (Meidoorn) |
Cupressocyparis (X) |
Samengesteld uit Cupressus (cipres) en Chamaecyparis (dwergachtig groeiende cipres). Een geslachtshybride tussen Cupressus macrocarpa en Chamaecyparis nootkatensis (Nu Cupressus nootkatensis). |
Cydonia |
Afgeleid van een zeer oude stad- Cydonia- aan de Noordkust van het eiland Kreta, het vaderland van de kweepeer. (Kweepeer) |
|
|
Ficus |
vijg, vijgenboom |
Fragaria |
Aardbeiplant. |
Juglans |
Samentrekking van Jovis- glans, eikel van Jupiter (Zeus); het was de aan Zeus gewijde walnotenboom; wanneer na een bruiloft de bruid de slaapkamer betrad, strooiden de oude Grieken noten onder de gasten, opdat Zeus het huwelijk vruchtbaar zou maken. (Okkernoot, walnoot) |
Laburnocytisus (+) |
Een entcombinatie van Laburnum en Chamaecytisus (dwergbrem), ouders van deze enthybride. (Entbastaard van gouden regen en brem) |
|
|
Malus |
appelboom (Lat.: malum = appelboom, vruchtboom) ; (appelboom) |
Mespilus |
Afgeleid van het Grieks mesos en spilos, wat resp. midden en steen of kern betekent. (Mispel) |
Morus |
zwarte moerbei; moerbeiboom |
Passiflora |
Lijdensbloem; in deze bloem is symbolisch het lijden van Christus te vinden. (Passiebloem, passievrucht) |
Prunus |
Steenfruit ; Pruimenboom |
Pyrus |
Peer (Latin: pirus) |
Ribes |
Zuur smakende rabarbersoort; later overgedragen op de eveneens zuursmakende kruis- en andere bessen. (Aalbes, trosbes) |
|
|
Sambucus |
Vlier; vlierboom |
Smallanthus | Samengesteld uit "small" en "anthus". Small is afgeleid of genoemd naar de Amerikaanse botanist John Kunkel Small, 1869-1938. Hij was botanisch conservator aan de Universiteit van Columbia en later ook bij de New York Botanical Garden. Anthus/anthos is het Griekse woord voor bloem. [ Smallanthus sonchifolius = yacon, appelwortel ] |
Solenostemon (syn. Coleus) |
1) Afgeleid van 'solen' gestolen en 'stemon' meeldraad; een verwijzing naar de manier hoe de meeldraden in de bloem zitten. 2) Buisvormige meeldraden. (Siernetel) |
Vaccinium |
Van de koeien, een soort bes of bessenstruik die de koeien graag eten (Bosbes, blauwe bes) |
Vitis |
wijnstok; (druif) |
|
|
Weblinks online plantendatabases
Betekenis van wetenschappelijke/ Latijnse fruitnamen (ABC van het plantenlatijn).
Plantennamen nader verklaard, door Wim Oudshoorn (Kosmos Uitgevers, 2009)
Boek "ABC van het plantenlatijn" bestellen bij de online boekhandel "shopmybooks".
Boek "Plantenterminologie" van Jac. de Bruijn (1973 en 1981)
Flora van Nederland
Handwörterbuch der Pflanzennamen - Zander
Botanisches Wörterbuch - Saftenberg.
Plant Names Explained. Botanical Terms and their Meaning - Hillier.
.
Auteur: G. De Kinder - www.houtwal.be Laatste aanpassing: 07/12/2015