TERM |
SYN. | VERKLARING |
Bed |
Tuinbed, plantenbed, zaaibed | Afgebakend gedeelte in een tuin of kwekerij, bestemd voor het kweken/ vermeerderen van bepaalde planten. |
Bederf |
Verrotten | Het beschimmelen van (tuinbouw)producten. |
beendermeel |
Een organische meststof ontstaan als bijproduct uit dierlijke beenderen. Beendermeel bevat veel fosfor (P) en is gunstig voor de wortelvorming. | |
Begassen |
Beroken | Bodem- of ruimteontsmettingsmiddel met gas- en dampvormig bestrijdingsmiddel. |
Begieten |
Gieten | Water geven. |
Bekleding van takken. |
De tak is voorzien van twijgen en veren. De visgraat aan takken | |
Belichting |
lichtbehandeling | Kunstmatig bijlichten in lichtarme periodes of als langedag-behandeling. |
Belichtingssnoei |
Uitdunningsnoei, zomersnoei | Juist voor de pluk wordt er soms gesnoeid om de kleuring te bevorderen. Meer info: zie Fruit ABC |
Belichtingssterkte |
De hoeveelheid licht per belicht oppervlak. (Watt/ m2) | |
Bemesting |
Verrijking van de grond met organische (= natuurlijke) - mest, met inbegrip van compost, dan wel met kunstmest. | |
Benedenoog |
Onderoog | Benedenoog: dit oog (knop) is naar beneden gericht. |
Bentoniet |
Bentonite |
Een klei-mineraal van vulkanische oorsprong dat op zandige bodems wordt toegevoegd. |
Beregening |
Kunstmatige watergifte. | Installatie om kunstmatig te begieten. |
Berijpt |
Bedauwde vrucht/ bes, dons | Er hangt een soort waslaag aan de vruchten of bessen. O.a. bij blauwe (bos)bes en bij druiven. |
Bes |
![]() |
Vlezig geworden vrucht met losliggende zaden. |
Beschadiging |
Zichtbaar schadebeeld. | |
Bescherming |
Preventie | Voorkomen van beschadigingen. Zie ook plantenziekten. |
Besheester |
Sierbessenstruik | Sierheesters die hun sierwaarde ontlenen aan hun opvallende rijke besdracht. |
Besmetter |
Overdrager, vector, ziekte overdrager | Overdrager van ziekten/ virus. Viruszieke planten worden zo snel mogelijk verwijderd om te voorkomen dat de andere ook ziek worden. |
Bespuitingmiddel |
Pesticide, gewasbeschermings- middel | Gewasbeschermingsmiddel om te vermengen met water. |
Bestand tegen |
Tolerant, weerstandbiedend | Sterk genoeg om geen opvallende schade te hebben van ziekten of plagen. Meer info: zie Fruit ABC |
bestrijding, biologisch- |
Natuurlijke bestrijding | Men bestrijdt parasieten/ schimmels met natuurlijke middelen (plantenaftreksel, natuurlijke vijanden, ...) Zie ook weblinks plantenziekten. |
bestrijding, fysisch- |
Men vangt en dood de schadelijke diertjes. | |
bestrijding, harmonisch- |
Het samengaan van biologisch en chemische bestrijding. | |
bestrijdingsmiddelen |
Pesticiden, sproeistoffen | Middelen die gebruikt worden om parasieten, onkruiden, schimmels e.a. te bestrijden. Zie ook weblinks plantenziekten. |
Bestuivers |
Leveranciers van stuifmeel. | Rassen die bijzonder geschikt zijn om een ander ras te bestuiven. (Leveranciers van overvloedig stuifmeel). Meer info over bestuivers nodig? Zie Fruit ABC en fruitboek |
bestuiving, buur- |
Het stuifmeel komt op de stempel van een andere bloem | |
bestuiving, kruis- |
![]() |
Het stuifmeel komt op de bloem van een andere plant (die tot hetzelfde ras behoort). Bijen en hommels zijn goede overbrengers. |
bestuiving-, zelf- |
Zelffertiel, zelfbestuivend. | Bij zelfbestuiving komt het stuifmeel van de bloem op de stempel van een andere bloem. Zelfbestuivers zijn o.a. zure kersen (krieken), frambozen, braambessen en rode trosbessen. Meer info: zie Fruit ABC |
Beurs-twijgje |
Dit twijgje (ca 5-20 cm lang) ontstaat op een beurs en is meestal gebot (= bevat bloembot). Meer info: zie Fruit ABC | |
Beurtjaargevoelig |
Alternerend. Meer info: zie Fruit ABC | Rassen die slechts om de twee jaar rijkelijk vruchten dragen, noemt men beurtjaargevoelig. Beurtjaren kan je voorkomen met bloemdunning en door tijdig de jonge vruchtjes uit te dunnen. |
Bevloeien |
Voorzien van water langs onder. | |
Bevruchting |
Vruchtzetting | In principe de samensmelting van een kern van een stuifmeelkorrel (mannelijk) met het onontwikkelde zaad of de zaadknop (vrouwelijk). |
Bewaarduur |
Bewaartijd | Bewaartermijn. |
bewaarras |
Winterras | Een fruitras welke heel gemakkelijk en lang te bewaren is. O.a. de appelrassen 'Président van Dievoet' en 'Keuleman' Meer info: zie Fruit ABC |
Bewaarruimte |
Koude bewaarplaats | Als bewaarplaats is bruikbaar een frisse kelder of beter nog een koelcel. Zie ook optimaal bewaren van appels en peren. |
Bewaren |
In goede toestand bewaren. | |
Bewaring C.A. |
Gecontroleerde atmosferische bewaring. | De temperatuur en het CO2 - gehalte wordt hierbij geregeld. |
Bewaring ULO |
Koelcel | Koelhuizen of koelcellen waarbij ook O2, CO2 en de temperatuur kan geregeld worden. |
Bewatering |
Met water bevloeien. Laat in het voorjaar geplante bomen en struiken moeten regelmatig extra water krijgen. | |
Bewortelingshormoon |
Groeistof, groeihormoon | Scheikundige producten om de beworteling van stekken te verbeteren. O.a. Rhizopon AA. Meer info zie vermeerderingslinks |